Smartengeld is een vergoeding voor immateriële schade: leed, pijn en gederfde levensvreugde als gevolg van uw letsel. De hoogte van smartengeld is niet simpel te berekenen. Het gaat namelijk om niet zichtbare schade. Het bepalen van de hoogte van de smartengeldvergoeding kan vaak pas bij een medische eindsituatie (uw letsel is genezen of er is geen verbetering mogelijk).
In Nederland is het niet alleen mogelijk om smartengeld te eisen als slachtoffer, maar ook als naaste. Dit heet affectieschade. De vergoeding van affectieschade is een vorm van smartengeld voor naasten van slachtoffers. Deze kunnen schadevergoeding krijgen als het slachtoffer is overleden of ernstig en blijvend letsel heeft. Iemand anders moet dit veroorzaakt hebben. Het is een schadevergoeding voor dierbaren die verdriet hebben. En met wie het slachtoffer zijn leven deelt of deelde (in geval van overlijden).
Hiernaast is het als naaste mogelijk om zogenoemde shockschade te claimen. Hieraan zijn wel strenge voorwaarden verbonden zoals dat u direct bent geconfronteerd met de afschuwelijke gevolgen van het ongeval.
Bij het bepalen van de hoogte van smartengeld kijkt een deskundige naar rechterlijke uitspraken in concrete vergelijkbare gevallen. De belangrijkste uitspraken worden verzameld door de ANWB en vermeld op www.smartengeld.nl.
Smartengeld en heb ik er recht op?
U heeft recht op smartengeld wanneer u door toedoen van iemand anders letselschade oploopt. De emotionele schade die u ervaart door het letsel, is uit te drukken in een immateriële schadevergoeding. De hoogte van de immateriële schadevergoeding, oftewel het smartengeld, is afhankelijk van diverse factoren.
Het kan ook zijn dat uw eigen verzekering (zoals een SVI-verzekering) smartengeld dekt.
Wilt u weten of u recht heeft op smartengeld? Neem dan gelijk contact met ons op om te bespreken waar u recht op heeft!
Berekenen van smartengeld
Om het smartengeld te berekenen wordt allereerst gekeken naar wat voor soort letsel de persoon heeft opgelopen en de ernst van het letsel. Hoe ernstig het letsel blijkt, wordt uitgedrukt in een percentage dat gelijkstaat aan het functieverlies en de derving van de levensvreugde van de persoon.
Daarnaast wordt er gekeken naar de volgende factoren:
- Wat is de leeftijd van het slachtoffer?
- Hoe lang duurt het genezingsproces?
- Heeft iemand blijvende pijn, of is er sprake van cosmetisch ontsierende littekens?
- Heeft een slachtoffer veel medische behandelingen nodig (gehad)?
Verhoging of verlaging smartengeld
Smartengeld wordt dus vaak bepaald door te bekijken of er sprake is van blijvende invaliditeit. Het percentage wordt vervolgend ‘vertaald’ in geld. Hoewel deze manier een redelijke indicatie geeft van het bedrag waar iemand recht op heeft, zijn er nog andere factoren die een rol spelen en kunnen leiden tot een verhoging of verlaging van het bedrag. Voorbeelden van dergelijke factoren zijn:
- Het verlies van een baan door een ongeval (verhoging)
- Het slachtoffer kan zijn hobby’s niet meer beoefenen (verhoging)
- Iemand is vaak geopereerd (verhoging)
- Het slachtoffer heeft blijvende ontsierende littekens overgehouden (verhoging)
- Iemand heeft geestelijk letsel opgelopen naast lichamelijk letsel (verhoging)
- Iemand kan eigenlijk alles nog doen (verlaging)
- Het letsel heeft geen invloed op kwaliteit van het leven (verlaging)
Zoals uit het bovenstaande blijkt, kun je smartengeld dus niet exact berekenen. Er zijn geen formules voor de berekening. Bij de ‘berekening’ van smartengeld wordt daarom vaak de smartengeldgids gebruikt.
De Smartengeldgids van de ANWB bestaat uit gebundelde uitspraken van rechters waarbij zij de uiteindelijke vergoeding moesten berekenen. De uitspraken zijn ingedeeld in verschillende categorieën en gerangschikt naar ernst van het letsel.
Waarom is deze gids uitgegeven door de ANWB? Het verkeer is momenteel de grootste veroorzaker van letsel. Daarnaast gaan er veel rechterlijke uitspraken over verkeerssituaties. Dit vormt de reden dat de ANWB het op zich heeft genomen om alle uitspraken in te delen naar soort en ernst van het letsel en de hoogte van het smartengeld. Het is belangrijk dat er één of meerdere uitspraken worden gevonden die lijken op de zaak waarvan het smartengeld moet worden bepaald. Elke zaak is natuurlijk uniek, maar toch zijn er vaak wel overeenkomsten te vinden.
Doordat geen enkele letselschade helemaal te vergelijken is met een ander, kan ook een uitspraak uit het verleden niet meer dan een richtsnoer zijn. Kortom, smartengeld berekenen vereist specialistische kennis en deskundigheid.